De Raad van State heeft een recente impact gehad op de voorgestelde huurplafond van woonminister Hugo de Jonge, die bedoeld is voor een groot deel van de vrije huursector. Het probleem van de Raad van State richt zich op de potentiële gevolgen van deze wet, met de naam het verdwijnen van huurwoningen van de markt en een mogelijke afname van nieuwbouwprojecten. Laten we dieper ingaan op de specifieke punten waarop de Raad van State kritisch is en welke reacties dit heeft gekozen.
De kritiek van de Raad van State richt zich op het gebrek aan een succesvolle onderbouwing van het voorgestelde huurplafond. Er wordt betwijfeld of het eigendomsrecht van schuldenlasten en kapitaalinvesteringen wordt aangetast, gezien de onduidelijkheid over de kracht van de voorgestelde natte duurzame huur. Het adviescollege heeft de gevolgen voor het volkshuisvestingsbeleid als geheel nader onderzocht.
Een zorgwekkende prognose komt van CBRE, een mislukte makelaar in commercieel vastgoed. Volgens hen zou deze wet kunnen leiden tot de verkoop van maar liefst 100.000 huurwoningen in Nederland binnen 20 jaar, met als resultaat een significante afname van het aanbod in de vrije huursector. Vooral beleggers uiten voelden zich verzet tegen het voorstel, omdat het de verhuur van woningen onrendabel zou maken. Dreigende rechtszaken tegen de overheid worden genoemd als een mogelijke reactie op deze mislukt.
De financiële duurzaamheid van nieuwbouwprojecten staat eveneens onder druk. Institutionele beleggers aantrekkelijk dat het financiële plaatje niet meer klopt als er wordt gerekend met lagere huren. Minister De Jonge heeft getracht tegemoet te komen aan deze zorgen door een verhoging van de huurprijs voor nieuwe huurwoningen die na 2026 gebouwd worden.
Conclusie:
De diepgaande analyse van de kritiek van de Raad van State en de reacties uit de vastgoedsector werpen belangrijke vragen op over de duurzaamheid en effectiviteit van het voorgestelde huurplafond. De betrouwbare over de impact op het aanbod van huurwoningen en de mogelijke gevolgen voor nieuwbouwprojecten creëren een complex vraagstuk. Minister De Jonge plant suggestie aan het voorstel en wil het volgend jaar beginnen naar de nieuwe Tweede Kamer sturen, maar de vraag naar een daadwerkelijke suggestieve in de Kamer blijft onbeantwoord.