Betaalbare huurwoningen
In een baanbrekende zet om betaalbarehuurwoningen toegankelijker te maken, kondigt minister Hugo de Jonge aan het wetsvoorstel betaalbare huur te versterken. Deze strategische ingreep komt als antwoord op de groeiende bezorgdheid over buitensporige huurstijgingen en de beperkte toegang tot middenhuur. Centraal in deze aankondiging staat de verhoging van de nieuwbouwopslag naar 10%, een maatregel die niet alleen de belangen van huurders beschermt maar tevens investeerders stimuleert om te blijven investeren in betaalbare middenhuurwoningen.
Wetsvoorstel
Het wetsvoorstel betaalbare huur adresseert dringende behoeften in de woningmarkt, met name voor huurders met een middeninkomen. Op dit moment ondervinden zij grote moeilijkheden bij het vinden van een geschikte huurwoning zonder geconfronteerd te worden met aanzienlijke prijsstijgingen bij een bewonerswissel. De kern van het wetsvoorstel ligt in het bieden van betere bescherming aan huurders en het creëren van een solide basis voor het handhaven van redelijke huurprijzen door het woningwaarderingsstelsel (WWS) verplicht te stellen.
De verhoging van de nieuwbouwopslag naar 10% speelt een cruciale rol in het behouden van aantrekkelijke investeringsmogelijkheden voor nieuwe betaalbare woningen. Minister De Jonge benadrukt het belang van de modernisering van het WWS, waardoor het beter aansluit bij de kwaliteit van middenhuurwoningen. Daarnaast introduceert hij een tijdelijke prijsopslag van 10% voor nieuwbouw in het WWS, met het oog op een soepele overgang voor projecten die niet op de aankomende regulering waren voorbereid.
Voortdurende investeringen in middenhuur
Om middenhuur weer betaalbaar te maken, erkent de minister dat regulering alleen niet voldoende is. Het behoud van een aantrekkelijk investeringsklimaat voor nieuwe betaalbare woningen staat centraal. In samenwerking met investeerders en ontwikkelaars is het doel om gezamenlijk 50.000 middenhuurwoningen te realiseren, terwijl er met corporaties in Nationale Prestatieafspraken (NPA) afspraken zijn gemaakt voor nog eens 50.000 middenhuurwoningen. De vormgeving van het wetsvoorstel houdt rekening met deze gezamenlijke ambitie om investeren in middenhuur aantrekkelijk te houden.
Modernisering van het WWS
Een van de sleutelelementen van het wetsvoorstel is de modernisering van het WWS. Door deze modernisering wordt het stelsel nauwkeuriger afgestemd op de kwaliteit van nieuwe middenhuurwoningen. Aspecten zoals de energiezuinigheid van een woning en de beschikbare buitenruimte krijgen een verbeterde waardering. Bovendien zal de WOZ-cap van toepassing zijn vanaf 187 punten in plaats vanaf 142 punten, waardoor de huurprijs voorspelbaarder wordt.
Tijdelijke prijsopslag voor nieuwbouw
Een andere belangrijke stap is de introductie van een tijdelijke prijsopslag voor nieuwbouw in het WWS. De eerdere voorgestelde prijsopslag van 5% wordt nu verhoogd naar 10%. Deze prijsopslag fungeert als overgangsrecht voor nieuwbouwwoningen, die in de voorbereiding op de bouw geen rekening hebben kunnen houden met de aankomende regulering. Deze verhoging naar 10% biedt extra ruimte voor middenhuurprojecten die niet op de wet waren voorbereid. De tijdelijke nieuwbouwopslag geldt gedurende tien jaar voor woningen die na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel in gebruik worden genomen en waarvan de bouw start vóór 1 januari 2026.
Wet betaalbare huur
De wet betaalbare huur heeft vier essentiële doelen: het verbeteren van de bescherming van huurders, het realiseren van meer betaalbare huurwoningen, het verduurzamen van woningen en het stimuleren van investeringen in nieuwbouw. Om huurders te beschermen tegen te hoge huurprijzen, wil het kabinet de middenhuur reguleren en het WWS dwingend maken. Het WWS wordt van toepassing op huurwoningen tot en met 186 punten, met een maximale huurprijs van € 1.123,13 (prijspeil juli 2023).
De wet en het WWS zorgen ervoor dat de huurprijzen in verhouding staan tot de kwaliteit van de woning. Verhuurders worden verplicht zich aan de maximale huurprijzen te houden, en gemeenten kunnen hierop gaan handhaven. Dankzij deze maatregelen daalt de huurprijs van ruim 300.000 woningen met gemiddeld € 190 per maand. Het voornemen is dat de wet vanaf juli 2024 ingaat.
Conclusie
In een tijd waarin betaalbare huisvesting van essentieel belang is, markeert het wetsvoorstel betaalbare huur een keerpunt. Minister Hugo de Jonge geeft duidelijk aan dat het niet alleen gaat om regulering, maar ook om het creëren van een aantrekkelijk investeringsklimaat. Met de voorgestelde maatregelen zal de wet de huurprijzen in lijn brengen met de woningkwaliteit, terwijl verhuurders verplicht worden zich aan maximale huurprijzen te houden. Het voornemen is dat deze wet vanaf juli 2024 in werking treedt, met een positieve impact op de huurprijzen van meer dan 300.000 woningen, gemiddeld met € 190 per maand. Een veelbelovende stap richting een meer rechtvaardige en duurzame huurmarkt.