De Nederlandse woningmarkt wordt momenteel geteisterd door een golf van WOZ-bezwaren. Gemeenten en rechtspraak ervaren aanzienlijke druk door deze groeiende stroom van bezwaren. Het kabinet heeft nieuwe wetgeving voorgesteld om de activiteiten van WOZ-bezwaarbureaus te beperken, in de hoop deze bezwaarvloed een halt toe te roepen. Deze bureaus werken volgens het 'no cure no pay'-principe, waarbij huiseigenaren gratis bezwaar kunnen maken tegen de WOZ-waarde van hun woning. Als het bezwaar gegrond wordt verklaard, ontvangt het bureau een proceskostenvergoeding van de gemeente. Dit systeem heeft echter tot bezorgdheid geleid bij gemeenten en roept vragen op over de effectiviteit van de nieuwe wetgeving.
De explosieve stijging in het aantal WOZ-bezwaren, van 312.000 in 2022 tot 627.000 in 2023, wordt voornamelijk toegeschreven aan intensieve reclamecampagnes van de betrokken bureaus. Gemeenten zien deze bureaus als boosdoeners die onnodige druk uitoefenen op de gemeentelijke organisatie. Bovendien hebben ze in 2022 gezamenlijk zo'n 17 miljoen euro aan proceskostenvergoedingen ontvangen van gemeenten. Deze situatie heeft geleid tot lokale overheden die de bureaus als louche ondernemingen afschilderen, die onnodig veel geld verdienen met minimale inzet.
Vanaf 2024 zal nieuwe wetgeving echter de proceskostenvergoedingen aanzienlijk verminderen, met een verlaging van 75 procent voor geslaagde bezwaren. Dit geldt ook voor immateriële schadevergoedingen, die met 90 procent worden verminderd. Bovendien moeten deze vergoedingen niet langer rechtstreeks naar gemachtigden gaan, maar naar de huiseigenaren zelf. Dit is bedoeld om het aantal ingediende bezwaren via WOZ-bureaus te verminderen en de totale hoeveelheid bezwaren te beperken.
Niet nieuw, maar groeiend:
Hoewel WOZ-bezwaarbureaus niet nieuw zijn, hebben ze de laatste jaren aan populariteit gewonnen. De verhouding tussen bezwaren ingediend door commerciële partijen en particulieren is verschoven, met een groei van 27 procent in 2018 tot 45 procent in de periode tot 2021. De opvallende stijging van bezwaarschriften vond echter pas in 2023 plaats. Hier rijst de vraag of de toename volledig kan worden toegeschreven aan de invloed van WOZ-bureaus, gezien hun klantenbestand niet evenredig is gegroeid. Een analyse wijst echter op een sterke correlatie tussen stijgende woningprijzen en het aantal bezwaarschriften, wat suggereert dat de vastgoedmarkt een aanzienlijke rol speelt in deze ontwikkeling.
Toekomstige onzekerheid:
Ondanks de voorgestelde wetgeving blijven WOZ-bezwaarbureaus sceptisch over de effecten op hun verdienmodel. De vergoeding mag dan wel dalen, maar het principe van 'no cure no pay' blijft intact. Deze bureaus stellen dat dit model niet bijzonder lucratief is en vrezen voor de toekomst van hun bedrijven. De wet zou mogelijk de weg vrijmaken voor automatisering en meer bezwaarschriften om de omzetvermindering te compenseren. Dit zou kunnen leiden tot een toename van administratieve lasten en extra werk voor gemeenten.
De nieuwe wetgeving is bedoeld om de druk van WOZ-bezwaren te verminderen, maar de relatie tussen de vastgoedmarkt en het aantal bezwaarschriften blijft complex. Terwijl de wet de proceskostenvergoedingen aanzienlijk verlaagt, blijven de effecten op de praktijk onzeker. WOZ-bezwaarbureaus vrezen voor hun voortbestaan, terwijl gemeenten hun eigen rol in deze kwestie onder ogen moeten zien. Het is een situatie waarbij de belangen van huiseigenaren, gemeenten en WOZ-bureaus met elkaar verweven zijn, en de uiteindelijke uitkomst van de wetgeving en de gevolgen ervan nog moeten worden vastgesteld.