Woonminister Hugo de Jonge heeft een nieuwe regeling aangekondigd om het kopen van een huis voor starters betaalbaarder te maken. Het is een nationaal koopfonds voor starters, waarbij verkopers, zoals projectontwikkelaars, koopwoningen onder de prijs aanbieden aan mensen met een inkomen van maximaal twee keer modaal. Bij verkoop moeten ze hun korting terugbetalen. De minister verwacht een bijdrage van gemeenten en ontwikkelaars, en wil om prijsopdrijving te voorkomen, een aantal randvoorwaarden aanbrengen.

 

Met de sterk gestegen huizenprijzen en de hogere rente is het kopen van een geschikte woning voor veel starters te duur. Woningmarktexperts zijn over het algemeen kritisch over dit soort koopsubsidies, omdat ze in de praktijk vaak prijsopdrijvend werken.

 

In de jaren tachtig werden de bekende premie A-woningen gelanceerd als oplossing voor Nederlanders met lage inkomens die niet in staat waren een koopwoning te kopen. Nu, meer dan 30 jaar later, zijn de uitdagingen op de huizenmarkt grotendeels hetzelfde, met koopwoningen die voor veel mensen onbetaalbaar zijn. Woonminister Hugo de Jonge komt daarom met een nieuwe versie van de premies A-regeling: een nationaal koopfonds voor starters. Dit fonds stelt verkopers in staat om koopwoningen onder de marktprijs aan te bieden aan mensen met een inkomen van maximaal twee keer modaal. Bij verkoop moeten de kopers de korting terugbetalen.

Door de combinatie van hoge huizenprijzen en een hogere rente, is het kopen van een betaalbare eigen woning voor veel starters onmogelijk. Het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen is bedoeld om dit probleem op te lossen. De minister verwacht bijdragen van gemeenten en ontwikkelaars, en verwacht dat de helft van de korting door hen wordt opgebracht.

 

Woningmarktexperts en economen zijn doorgaans kritisch over dit soort koopondersteuningsregelingen, omdat ze ervan overtuigd zijn dat dit in de praktijk vooral leidt tot een opdrijving van de prijzen, wat niet de koper maar de verkoper ten goede komt. Om deze kritiek te weerleggen, wil de minister bepaalde randvoorwaarden invoeren. Het fonds zal zich richten op starters met een inkomen van 1,5 tot 2 keer modaal en de verkoopwaarde van de woning mag niet meer zijn dan €355.000. Daarnaast mag de korting niet meer dan €50.000 bedragen om te voorkomen dat kopers grote financiële risico's lopen. Bij verkoop van de woning moeten ze de korting terugbetalen.

De opzet van het fonds en de uiteindelijke koopregelingen zullen de komende maanden verder worden uitgewerkt door minister De Jonge en Stichting OpMaat, die al een aantal vergelijkbare regelingen aanbiedt, zoals "KoopStart" en "KoopGarant". Deze regelingen zullen als inspiratie dienen voor het Nationale Koopfonds. Kopers krijgen hierbij een korting op de marktwaarde van een huis en moeten deze korting terugbetalen bij verkoop van het huis. Het is de bedoeling dat deze regelingen de drempel naar het kopen van een betaalbare eigen woning verlagen, en hen in staat stellen om sneller een eigen woning te kopen, in plaats van het verhuren van een huurwoning of het blijven wonen bij ouders. Het Nationaal Koopfonds zal geleidelijk worden geïmplementeerd en de verwachting is dat de regelingen van start zullen gaan in 2023.

Met het oog op de huidige uitdagingen op de woningmarkt, wordt gehoopt dat het Nationaal Koopfonds een aanzienlijke bijdrage zal leveren aan het verbeteren van de toegang tot betaalbare koopwoningen voor starters. Minister De Jonge hoopt dat het fonds een verschil zal maken voor veel Nederlanders en dat het fonds een belangrijk aandeel zal hebben in de realisatie van de woningdroom van velen.