In Nederland zorgt een significante stijging van de lonen in 2023 voor een toename van het aantal geïnteresseerden in koopwoningen. Deze ontwikkeling heeft zowel positieve als negatieve gevolgen voor de woningmarkt, waaronder een stijging van de huizenprijzen.
Door de stabiele hypotheekrente en stijgende lonen voelen met name starters zich aangetrokken tot de woningmarkt. Echter, door het beperkte aantal beschikbare woningen, die niet gelijke tred houden met de groeiende vraag, zien we een opwaartse druk op de huizenprijzen. Uit de Monitor Koopwoningmarkt blijkt dat de prijzen in het tweede en derde kwartaal van 2023 zijn gestegen, een direct gevolg van hogere inkomens die meer aan wonen kunnen besteden.
Deze trend heeft geleid tot een toename van het aantal woningen dat boven de vraagprijs wordt verkocht, wat nu 45 procent van de markt beslaat. Gemiddeld betalen kopers 0,2 procent meer dan de vraagprijs, aldus gegevens van de NVM.
Ondanks deze ontwikkelingen bleef de prijsstijging enigszins beperkt, mede door seizoensinvloeden. De gemiddelde verkoopprijs in het derde kwartaal was 1,7 procent hoger dan het kwartaal ervoor, maar nog altijd 3,5 procent lager dan in 2022.
Er bestaat een groeiende zorg over het aantal nieuwbouwwoningen. Met een daling van 70 procent in het aanbod van nieuwe koopwoningen in 2,5 jaar tijd, blijft het aanbod ver achter bij de vraag. Dit houdt de krapte op de markt in stand, waarbij kopers gemiddeld minder dan drie passende woningen kunnen vinden, aanzienlijk minder dan wat als normaal wordt beschouwd.