De Amsterdamse woningcorporaties, gemeente en huurders slaan alarm en vrezen dat de verkoop van sociale huurwoningen opnieuw onvermijdelijk wordt om de bouw van nieuwe woningen te kunnen financieren. Dit urgente probleem komt naar voren in een gezamenlijke brandbrief. Een recente analyse door financieel bureau Ortec toont aan dat de corporaties de bouw van 10.968 nieuwe woningen in de komende vier jaar bijna niet kunnen bekostigen, mede door de huidige lage huurinkomsten. Deze zorgen worden verder gecompliceerd door de noodzaak om bestaande woningen te verduurzamen. De beperkte mogelijkheden om de huren te verhogen zetten de corporaties voor een moeilijk dilemma: de verkoop van sociale huurwoningen of het aangaan van leningen. Hierbij speelt de stad Amsterdam een cruciale rol, aangezien zij met de grootste uitdagingen kampt in het verduurzamen van haar woningvoorraad en het verminderen van het woningtekort. De corporaties benadrukken hun intentie om het aantal verkopen zo laag mogelijk te houden en stellen voor om de verkoop in gebieden met beperkt corporatiebezit te verminderen. Echter, zonder verkoop blijven de immense investeringsbehoeften in Amsterdam onbereikbaar. Het dilemma waar de woningcorporaties mee geconfronteerd worden, heeft gevolgen voor zowel de stad als haar inwoners. De verkoop van sociale huurwoningen staat haaks op eerdere afspraken die in 2019 werden gemaakt, waarin terughoudendheid werd betracht. Het gevoelige karakter van dit onderwerp kwam aan het licht toen de verkoop van 140 sociale huurwoningen op het Entrepotdok op het laatste moment werd afgeblazen. Wethouder Zita Pels (Wonen) merkte op dat de gemaakte afspraken niet voldoende duidelijk waren gedefinieerd. Het alternatief, namelijk meer geld lenen, is voor veel woningcorporaties geen haalbare optie, aangezien zij al aan hun jaarlijkse leenlimiet zitten. Als mogelijke oplossing kijken alle betrokken partijen nu naar de Rijksoverheid. De hoop is gevestigd op soepelere regelgeving, waardoor de corporaties meer financiële ruimte krijgen om te lenen. Dit zou hen in staat stellen om te blijven werken aan het aanpakken van de wooncrisis, waarbij ook wordt gelet op de betaalbaarheid voor huurders. Samenwerking tussen de stad en het Rijk wordt als onontbeerlijk beschouwd om deze urgente kwestie aan te pakken. De zorgen van Amsterdamse woningcorporaties, de gemeente en huurders omtrent de mogelijke verkoop van sociale huurwoningen benadrukken de kritieke situatie waarin de vastgoedmarkt zich bevindt. Het verminderen van het woningtekort en de verduurzaming van bestaande woningen zijn cruciale doelen voor de stad Amsterdam. Desalniettemin zijn de huidige huurinkomsten ontoereikend en beperkte leenmogelijkheden dwingen tot een lastig besluit. De hoop ligt nu bij de Rijksoverheid, die wellicht de regelgeving kan versoepelen om de financiële druk op de corporaties te verlichten. De uitkomst van deze besprekingen zal van invloed zijn op zowel de huurders die op zoek zijn naar betaalbare woningen als op de stad zelf in haar streven naar duurzame en toegankelijke huisvesting voor al haar inwoners. De uitkomst is van belang voor de gehele vastgoedsector en de woningmarkt in Nederland. Samenwerking tussen de gemeente en het Rijk blijkt onmisbaar in de zoektocht naar een oplossing voor deze prangende kwestie.